Rijbewijs B - Deel A: De openbare weg

Les 4: Autosnelweg, oprit, afrit, pechstrook, spitsstrook

Bekijk eerst aandachtig dit filmpje:

Belangrijk Je kan geen YouTube video's bekijken op onze website als je niet alle cookies accepteert. Bekijk ons cookiebeleid Alle cookies accepteren


Autosnelweg

Algemeen

Een autosnelweg is een openbare weg, waarvan het begin of de oprit wordt aan gegeven door het eerste aanwijzingsbord en het einde of de uitrit door het tweede bord.

Het is zalig rijden op een autosnelweg, omdat er geen verkeerlichten of voorrangskruispunten zijn.

Motorvoertuigen met hun aanhangwagen mogen op een autosnelweg rijden, behalve:

  • bromfietsen,
  • landbouwvoertuigen,
  • vierwielers zonder passagiersruimte,
  • en slepen van kermisvoertuigen.

Snelheid

Maximumsnelheid

Tip examen In tegenstelling tot gewone wegen, mag je op de rijstroken van een autosnelweg tot 120 km/uur rijden.

Dat kan uiteraard alleen maar als de rijomstandigheden het verantwoorden en bevoegde personen of verkeersborden het niet verbieden.

Meer dan 40 km/uur sneller rijden dan de maximaal toegelaten snelheid op autosnelwegen wordt gestraft met een verval van het recht tot het besturen van een motorvoertuig voor een duur van ten minste acht dagen en ten hoogste vijf jaar.

Verkeersborden

Dit bord betekent dat op de twee linkse rijstroken de maximaal toegelaten snelheid 90 km/uur is en op de rechterrijstrook 70 km/uur.

En dit bord zegt dat je 1,5 km verder, op de linkerrijstrook en op de middelste 90 mag rijden en op de rechterstrook 70.

Minimumsnelheid

Tip examen Op een autosnelweg moet je minstens 70 km/uur rijden, uiteraard als de omstandigheden het toelaten.

Voertuigen die zo snel niet kunnen of mogen rijden, zoals bromfietsen of tractors of slepen, mogen daarom niet op een autosnelweg.

Snelheid op afrit

Bij sommige afritten zie je deze combinatie van borden staan.

Dit wil dan zeggen dat je op de afrit maar maximaal 90/km uur mag rijden.

Smog

Bij windstil weer kan ondermeer het verkeer zorgen voor SMOG. De kleine stofdeeltjes (kleiner dan 1/1000ste van een millimeter) zorgen voor gezondheidsproblemen.

Om deze smog niet erger te maken, kan tijdelijk (één of enkele dagen) op autosnelwegen een snelheidsbeperking van maximaal 90 km/uur worden opgelegd.

De snelheidsbeperking wordt aangegeven door middel van:

Spijkerbanden

Spijkerbanden mogen tussen 1 november tot en met 31 maart geplaatst worden op voertuigen met een M.T.M. tot 3,5 ton.

Snelheid:

  • Autosnelwegen en wegen met 2x2 rijstroken gescheiden door een berm: maximaal 90 km/uur.
  • Gewone wegen: maximaal 60 km/uur.

Te snel rijden op de autosnelweg

Je hebt een rijbewijs B

Meer dan 40 km/uur sneller rijden dan de maximaal toegelaten snelheid op een autosnelweg wordt gestraft met een verval van het recht tot het besturen van een motorvoertuig voor een duur van ten minste acht dagen en ten hoogste vijf jaar.

Je hebt een voorlopig rijbewijs B

Normaal gesproken zul je opnieuw theorie-examen en praktijkexamen moeten afleggen.


Lees dit zeer goed!

Onmiddelijke tijdelijke intrekking van je rijbewijs

Je riskeert een onmiddellijke intrekking van je rijbewijs van zodra je méér dan 30 km/u te snel rijdt op autosnelwegen, autowegen en gewone wegen.

Rij je echter in de bebouwde kom, een zone 30, of een woonerf meer dan 20 km/uur te snel, dan riskeer je ook een onmiddellijke intrekking.

Die onmiddellijke intrekking doet de POLITIE, omdat je een zware overtreding begaat. Bij ELKE zware overtreding kan je rijbewijs onmiddellijk worden ingetrokken.

Onmiddelijke intrekking van het rijbewijs door de POLITIE
Autosnelweg
30 km/u
Gewone weg
30 km/u
Bebouwde kom
20 km/u
Zone 30
20 km/u
Woonerf
20 km/u

Een vervallenverklaring van het recht tot het besturen van een motorvoertuig

Je riskeert een vervallenverklaring van het recht tot het besturen van een motorvoertuig van zodra je méér dan 40 km/u te snel rijdt op autosnelwegen, autowegen en gewone wegen.

Rij je echter in de bebouwde kom, een zone 30, een woonerf, dan riskeer je reeds een vervallenverklaring uit het recht tot het besturen van een motorvoertuig van zodra je méér dan 30 km/u te snel rijdt.

Dit gebeurt dus niet door de politie, maar door de RECHTER in de rechtbank, wanneer je zaak wordt behandeld.

Afhankelijk van het vonnis mag je dan gedurende minstens 8 dagen, tot maximaal 5 jaar geen enkel motorvoertuig besturen op de openbare weg. Ook geen waarvoor geen rijbewijs vereist is. Voor beginnende bestuurders (< 2 jaar een defintief rijbewijs B), is de regelgeving overigens nog ietsjes strenger.

Vervallenverklaring van recht tot sturen door de RECHTER
Autosnelweg
40 km/u
Gewone weg
40 km/u
Bebouwde kom
30 km/u
Zone 30
30 km/u
Woonerf
30 km/u

Let dus bij het oplossen van oefeningen of examenvragen goed op of het gaat over een "onmiddellijke intrekking" (politie) of een "vervallenverklaring van het recht tot besturen... (rechter)".


De pechstrook

Op de buitenrand van de rechterrijstrook is een dikke witte doorlopende wegmarkering geschilderd.

Daarnaast ligt de pechstrook.

Op een pechstrook mag je:

De pechstrook mag enkel gebruikt worden bij pech of bij een ongeval.

Passagiers en bestuurder wachten best achter de vangrails op de hulpdiensten.

NOTE: Op autosnelwegen en autowegen mag je niet zelf een voertuig slepen. (Met noodkoppeling op gewone wegen: maximaal 25 km/uur.)

Wanneer de oranje wegmarkeringen aangeven dat je over de pechstrook mag rijden, dan is dat uiteraard toegelaten.

Gevarendriehoek

Tip examen Stop je op de pechstrook, dan moet je onmiddellijk een gevarendriehoek op minstens 100 meter voor je auto plaatsen.

Op gewone wegen moet dat slechts op 30 meter.

Hij moet wel voor aankomende bestuurders altijd zichtbaar zijn vanop 50 meter

Fluojasje

Tip examen Een bestuurder die uitstapt, moet een fluojasje aandoen, dat verplicht in de auto moet liggen.

Passagiers moeten dat niet, maar dragen het best ook.

Praatpaal en noodnummer

In Vlaanderen zijn de praatpalen weggehaald.

Tip examen Indien nodig, bel je het internationaal alarmnummer 112, een nummer dat je goed moet kennen.

Reddingsstrook

Belangrijk Je kan geen YouTube video's bekijken op onze website als je niet alle cookies accepteert. Bekijk ons cookiebeleid Alle cookies accepteren

Regels

Bij file moeten bestuurders die op een rijbaan rijden met twee of meer doorgaande rijstroken in hun rijrichting (dus niet alleen op autosnelwegen) preventief een reddingsstrook vormen voor de hulpdiensten.

Dit moet gebeuren voor het verkeer tot stilstand komt.

Bij het vormen van een reddingsstrook mogen de bestuurders op de rechterrijstrook in principe niet uitwijken naar de gesloten spitsstrook, de pechstrook, de busstrook of de bijzondere overrijdbare bedding voor bussen.


Spookrijders

Wat is het?

Op de autosnelweg verwacht u helemaal niet dat u een andere weggebruiker zal tegenkomen die in de tegengestelde richting rijdt op de linkerrijstrook. Men spreekt dan over een spookrijder.

Gelukkig veroorzaakt niet elke spookrijder een ongeval. Maar wanneer dit wel het geval is, zijn de gevolgen meestal dramatisch. Het gaat doorgaans om frontale aanrijdingen met hoge snelheden, waarbij de inzittenden van de voertuigen weinig kans maken.

Wat moet u doen als u een spookrijder tegenkomt?


De spitsstrook

Om de doorstroming op onze snelwegen te verbeteren en de capaciteit te verhogen, wordt op sommige plaatsen een extra rijstrook voorzien waarop echter niet altijd mag gereden worden. We noemen deze strook een spitsstrook.

/

Een streeplijn met lange witte strepen van 10m en een tussenafstand van 2,5m scheidt de spitsstrook van de gewone rijstroken.

Een groene pijl boven de strook geeft aan dat je op deze extra rijstrook mag rijden. Omdat deze strook op sommige plaatsen smaller is dan een gewone rijstrook, zie je boven de spitsstrook vaak een verkeersbord dat een lagere maximumsnelheid oplegt.

Bij pech mag je dan niet stoppen op de spitsstrook, maar moet je trachten te rijden tot bij een vluchthaven naast de spitsstrook.

Een rood kruis boven de strook geeft aan dat je op deze extra rijstrook niet mag rijden (uitgezonderd de diensten die daarvoor toelating hebben). Andere bestuurders mogen er enkel op rijden bij het verlaten of oprijden van de autosnelweg.

Bekijk even dit filmpje:

Belangrijk Je kan geen YouTube video's bekijken op onze website als je niet alle cookies accepteert. Bekijk ons cookiebeleid Alle cookies accepteren


Ben je van plan te leren rijden met een begeleider?

Laat je begeleider dan nu al ons praktijkboek doornemen.
Veel zaken worden immers door begeleiders foutief aangeleerd.

Download ons praktijkboek

Inhalen op een autosnelweg

Links inhalen

Ook op een autosnelweg moet je zoveel mogelijk op de rechterrijstrook rijden.

Rijdt een bestuurder voor jou trager dan de maximaal toegelaten snelheid, dan mag je hem links inhalen.

Haal je rechts in, dan is dat een zware overtreding.

Tip examen Haal je een voertuig rechts in, dan is dat een zware overtreding

File

Bij zeer druk verkeer en file speelt het geen rol dat het verkeer op de rechterrijstrook iets sneller gaat dan op de linker, omdat dit in de wegcode niet als inhalen wordt beschouwd.

Motorfietsen en file

Bij file mogen motorfietsen trouwens:

  • tussen de twee linkse rijstroken in rijden.
  • zij mogen dan slechts 20 km/uur sneller rijden dan de andere voertuigen,
  • en maximaal 50 km/uur.

Autobestuurders rijden dan best links op de linkerrijstrook, zodat een motorfietser hen kan voorbijrijden.


Een autosnelweg oprijden - de invoegstrook

Om de rijstrook van een autosnelweg veilig te kunnen oprijden, ligt naast de rijstroken een invoegstrook.

Is het verkeer zo druk dat invoegen onmogelijk is, vertraag dan geleidelijk en stop eventueel op de invoegstrook. Wacht daar tot je veilig kan invoegen.

Onderstaande regels zijn belangrijk:

Gas geven op de invoegstrook

Versnel op de invoegstrook tot je ongeveer even snel rijdt als het verkeer op de rechterrijstrook. Gebruik daarvoor desnoods de totale lengte van de invoegstrook.

Heb je voldoende snelheid, dan mag je invoegen. Je hoeft dus niet eerst tot helemaal op het einde van de invoegstroook te rijden.

Voorrang verlenen

Wie een autosnelweg via de invoegstrook oprijdt, moet voorrang verlenen aan de bestuurders die reeds op de autosnelweg rijden.

Om het invoegen vlotter te laten verlopen, mogen de bestuurders op de rechterrijstrook, vrijwillig naar links uitwijken, op voorwaarde dat ze daarbij zelf geen andere weggebruikers hinderen.

Tip examen Wie net een voertuig heeft ingehaald, mag nog even op de linkerrijstrook blijven rijden, zodat bestuurders gemakkelijk kunnen invoegen. Dit is hoffelijk rijgedrag.

NIET ritsen

Wie een autosnelweg via de aanloopstrook oprijdt, moet de richtingaanwijzer aanzetten en voorrang verlenen aan de bestuurders die reeds op de autosnelweg rijden.

Dit wil meteen ook zeggen dat bij druk verkeer op de invoegstrook er NIET GERITST wordt.


Een autosnelweg verlaten - de afrit

Een autosnelweg verlaat je via de afrit.

De afrit rijdt je best op zo dicht mogelijk waar hij begint. Dus niet in het midden, zoals de auto op deze afbeelding, of op het einde van de afrit.

Afremmen doe je pas als je op de afrit rijdt.


Wat mag niet op een autosnelweg?

Op een autosnelweg is het verboden:

  1. te parkeren op de rijstrook of op de pechstrook;
    (Opgelet voor examenvragen: het mag ook niet op de oprit of de afrit).
  2. over de dwarsverbinding of middenberm rijden;
  3. achteruitrijden (ook als je een afrit hebt gemist);
  4. in de tegenovergestelde rijrichting rijden (spookrijden).
  5. slepen met noodkoppeling (sinds 1 maart 2014).

Verkeerswisselaar

Plaats waar twee autosnelwegen samenkomen:

Op een autosnelweg zijn geen kruispunten. Toch komen op sommige plaatsen twee autosnelwegen samen. De plaats waar de autosnelwegen samenkomen noemt men een verkeerswisselaar. Via een verkeerswisselaar kun je van de ene autosnelweg naar de andere rijden.

Het middelste bord kondigt aan dat 1600 meter verder een verkeerswisselaar is.


Voorlopig rijbewijs

Rijden met een L

Heb je een voorlopig rijbewijs, dan mag je in België met een auto of een motorfiets op de autosnelweg rijden.


Verkeersborden die bij deze les horen

Hieronder bekijken we de verkeersborden die in dit filmpje zijn behandeld. Het is mogelijk dat sommige borden in volgende lessen ook aan bod zullen komen.

Je moet voor het examen kennen welk soort verkeersbord het is en de betekenis.

BordSoortBetekenis
AanwijzingsbordBegin of oprit van een autosnelweg.
AanwijzingsbordEinde of afrit van een autosnelweg.
Aanwijzingsbord

Op de twee linkerrijstroken maximaal 90 km/uur.

Rechterrijstrook maximaal 70 km/uur.

Aanwijzingsbord

1500 meter verder:

Op de twee linkerrijstroken maximaal 90 km/uur.

Rechterrijstrook maximaal 70 km/uur.


VerbodsbordMaximaal toegelaten snelheid op de afrit: 90 km/uur.
AanwijzingsbordNummer van een internationale weg.
AanwijzingsbordNummer van een Ring.

Oefenvragen

Maak nu alle oefenvragen die bij deze les horen. Deze oefenvragen werken met een ALLES-code.

Met een ALLES-code kun je gedurende 3 dagen (de dag dat je ze aanvraagt en de twee volgende dagen):

43 vragen met code Meer uitleg over de codes Een probleem met je code?


Proefexamens

Onze proefexamens zijn up-to-date met de echte examens.

Maak onze proefexamens zodra je de filmpjes van alle lessen hebt gezien.

Proefexamen


Rijschool Defensief

Arendonk - Balen - Herselt - Mol

Ook in deze rijschool is ons handboek verkrijgbaar.
Voor uw praktijkopleiding raden wij ondermeer deze rijschool aan.

Rijschool Defensief


Ga terug naar de vorige pagina

Wij gebruiken cookies voor het bijhouden van statistieken en om jouw voorkeuren op te slaan. Door op "Alle cookies accepteren" te klikken ga je akkoord met het gebruik van alle cookies zoals omschreven in ons cookiebeleid.

Alle cookies accepteren Alleen noodzakelijke cookies