Rijbewijs A/A1/A2 - Deel F: De voorrang
Les 18: Voorrang, kruispunten, verkeerslichten
Bekijk eerst aandachtig dit filmpje:
Belangrijk Je kan geen YouTube video's bekijken op onze website als je niet alle cookies accepteert. Bekijk ons cookiebeleid Alle cookies accepteren
De ronde verkeerslichten
Rond rood verkeerslicht
Brandt een rond rood verkeerlicht rechts van jou, dan duidt een stopstreep, de plaats aan waar je moet stoppen. Is er geen stopstreep, dan mag je niet voorbij het verkeerslicht rijden. |
Waar staat een rond verkeerslicht?
Een rond verkeerslicht moet rechts van jou staan. Het mag boven de de rijbaan en ook links van de rijbaan herhaald worden. |
Wat als het enkel links staat?
Staat het enkel links van jou, dan moet je er geen rekening mee houden. Zo mag de bestuurder van deze rode auto het kruispunt oprijden. |
Opstelvak voor fietsers en tweewielige bromfietsen
Op sommige kruispunten is met een wegmarkering een opstelvak voor fietsers en tweewielige bromfietsen gemaakt. Auto's moeten, als het licht oranjegeel wordt of rood is, stoppen voor de eerste stopstreep. Dat is de streep die de bestuurders het eerste zien. Fietsers en tweewielige bromfietsen stoppen voor de tweede stopstreep. Dat is de streep die het dichtst bij het kruispunt is. |
Een rond groen verkeerslicht
Wat betekent het?
Wordt het licht groen, dan mag je het kruispunt oprijden, op voorwaarde dat het vrij is. | |
LET OP: alhoewel het licht groen is, mag de bestuurder van de rode auto het kruispunt nog niet oprijden. Hij moet wachten tot het vrij is. Maar hij mag, terwijl hij wacht, NIET op een oversteekplaats blijven staan. |
Borden betreffende de voorrang onder het verkeerslicht
Op veel plaatsen zul je onder het groene licht een bord zien staan dat de voorrang regelt. Deze borden gelden niet als de verkeerslichten werken. |
Groen licht vervangen door een oranjegeel licht
Soms wordt het groen licht vervangen door een oranjegeel knipperlicht. Ook dan mag je doorrijden, maar dan moet je dubbel voorzichtig zijn en rekening houden met de geldende voorrangsregels. |
Rond oranjegeel licht
Betekenis rond oranjegeel licht
Wordt het licht oranjegeel, dan mag je het niet voorbijrijden en stop je voor de stopstreep. Je mag enkel voorbij een oranjegeel licht rijden, als je echt niet veilig meer kunt stoppen (zie onderstaande animatie). Na enkele seconden wordt het licht rood. | |
Knipperend oranjegeel licht
Je mag wel voorbij een knipperend oranjegeel licht rijden, maar dan moet je wel rekening houden met de borden die de voorrang regelen en met de voorrangsregels en dubbel voorzichtig zijn. |
Fietsers voorbij een rood of oranjegeel licht
Borden B22 en B23
Wanneer bij de verkeerslichten de borden B22 en/of B23 staan, dan mogen fietsers zonder problemen voorbij het rood of oranjegeel licht rijden. Deze verkeersborden hebben er dus voorrang op deze verkeerslichten. De borden B22 en B23 worden bevestigd op de paal van de verkeerslichten. Wanneer het om het B22-bord gaat, mag een fietser voorbij het rode of oranjegele licht rijden en naar rechts afslaan. Bij het bord B23 mag de fietser rechtdoor voorbij het rode of oranje licht rijden. De fietsers die voorbij deze lichten rijden moeten wel voorrang verlenen aan andere weggebruikers die zich verplaatsen op de opebare weg of op de rijbaan. |
Pijlen die de ronde lichten vervangen
Het rode licht, het vast oranjegeel licht en het groene licht mogen respectievelijk vervangen worden door één of meer rode, oranjegele of groene pijlen. Deze pijlen hebben dezelfde betekenis als de ronde lichten, maar het verbod (rood) of de toelating (groen) geldt dan enkel voor de richtingen die door de pijlen worden aangegeven. |
Rood verkeerslicht en groene pijl
Betekenis?
Soms is bij de ronde verkeerslichten een groene pijl geplaatst. Brandt een groene pijl, terwijl ook het ronde rode licht brandt, dan wil dit zeggen dat voertuigen in de richting van de pijl mogen afslaan. Maar wil een bestuurder het kruispunt oprijden, moet hij wel heel voorzichtig zijn en voorrang verlenen aan alle weggebruikers die uit de andere richtingen komen. |
Voorbeeld
De auto mag het kruispunt oprijden, maar hij moet éérst voorrang verlenen aan weggebruikers (de voetganger) die uit andere richtingen komen. |
Ontruimingspijl
Wat is het?
Op een kruispunt, waar normaal het grootste deel van het verkeer naar links afslaat, kan een afzonderlijk geplaatste groene pijl aanduiden dat het verkeer, dat uit de tegenovergestelde richting komt, tegengehouden wordt door een rood licht. Bestuurders die naar links moeten, kunnen zo gemakkelijk het kruispunt ontruimen. |
Hoe moet je reageren?
Wanneer er geen tegenliggers zijn, mag je het kruispunt natuurlijk al ontruimen voor de groene ontruimingspijl brandt. Brandt de groene ontruimingspijl, dan mag je niet nog vlugvlug voorbij een rood licht het kruispunt oprijden. |
Pijlen boven de rijstroken
Op sommige grote wegen hangen boven de rijstroken pijlen. |
Groene pijl
Groene pijlen boven de rijstroken willen zeggen dat het toegelaten is om op deze rijstroken te rijden. Maar hou er rekening mee dat je in normale omstandigheden de meest rechtse rijstrook moet kiezen. De linkse rijstroken mag je gebruiken om:
|
Oranjegele pijl
Een oranjegele pijl zegt dat je een bepaalde rijstrook moet verlaten. |
Rood kruis
Verschijnt een rood kruis, dan mag je helemaal niet meer op die rijstrook rijden. |
De verkeerslichten en het examen
Heel wat examenvragen gaan over de voorrangsregels, de verkeerslichten en de bevoegde personen. Lees de theorie van deze hoofdstukken zeer goed. Zorg dat je alle oefenvragen perfect kunt oplossen.
Lichten bij een overweg
Knipperend maanwit licht
Nader je een overweg en knippert het maanwit licht, dan mag je de overweg oprijden. |
Links inhalen op een overweg
Ik herinner er jullie nog even aan dat, als een overweg wordt aangeduid door een van deze borden en het maanwit licht knippert (of als er slagbomen zijn), je dan voertuigen links mag inhalen. |
Rode knipperende lichten
Beurteling knipperende rode lichten zeggen dat niemand de overweg mag oversteken, ook geen voetgangers. Tip examen Voorbij deze rode lichten rijden, is een ernstige overtreding en zoals bij elke ernstige overtreding kan je rijbewijs meteen ingetrokken worden. |
Verkeerslichten voor voetgangers en fietsers
Autobestuurders moeten geen rekening houden met de speciale lichten voor voetgangers of voor fietsers en tweewielige bromfietsen.
Sommige kruispunten worden uitgerust met verkeerslichten waarbij rond het silhouet van een fietser (of van een voetganger) pijltjes staan. Fietsers (of voetgangers) weten dan dat zij het kruispunt in alle richtingen, zelfs diagonaal, mogen oversteken. Alle andere bestuurders hebben dan immers rood licht. |
Trams
Lichten
Er zijn ook speciale lichten voor trams. |
Betekenis van de lichten
Moet je ook kennen!
Een rond oranjegeel knipperlicht mag met dubbele voorzichtigheid voorbijgereden worden, maar wel rekening houden met de geldende voorrangsregels. |
Oefenvragen
Maak nu alle oefenvragen die bij deze les horen. Deze oefenvragen werken met een ALLES-code.
Met een ALLES-code kun je gedurende 3 dagen (de dag dat je ze aanvraagt en de twee volgende dagen):
- alle extra oefenvragen maken
- en het praktijkboek downloaden
- en al onze proefexamens maken
5 gratis vragen 44 vragen met code Meer uitleg over de codes Een probleem met je code?
Proefexamens
Onze proefexamens zijn up-to-date met de echte examens.
Maak onze proefexamens zodra je de filmpjes van alle lessen hebt gezien.