Les 25: Het nemen van bochten

Met een motorfiets een bocht nemen, kan op verschillende manieren: traag, vlotjes, snel, héél erg snel en té snel. In het laatste geval eindig je zeker ergens waar je niet terecht wilde komen.

Voor de duidelijkheid en ter info: in ons van wetten en bebouwde kommen doortrokken landje is alleen de eerste optie de beste.

Om een bocht goed te nemen zijn een zekere basiskennis, een goede techniek en heel wat ervaring vereist.

Je moet de bocht op voorhand kunnen "lezen" zodat je de snelheid in functie daarvan kunt aanpassen. Tegelijk kies je de beste uitgangspositie zodat je optimaal de bocht in kunt kijken. Goed kijken is niet alleen nodig voor de veiligheid. Je kijktechniek bepaalt in grote mate de vlotheid waarmee je een bocht zal nemen. Je rijdt naar waar je kijkt. Als je dit beet hebt, wordt elke bocht een stuk gemakkelijker én leuker.

• Voor rechterbochten begin je en rijd je zo dicht mogelijk tegen de middenlijn (als er één is), zonder deze te overschreiden.
• Hierdoor krijg je best een overzicht van de bocht.
• Let hierbij op voor tegenliggers die hun bocht teveel afsnijden en over de middellijn gaan.
• Hou ook het wegdek in de gaten. Kijk of er vuil of grind ligt en vermijd dat.
• Kijk ook ver genoeg vooruit, naar de plaats waar je uiteindelijk wilt uitkomen, namelijk het midden van de rechterrijstrook en stuur langzaam naar daar.

• Voor linkerbochten begin je door zo veel mogelijk rechts op je rijstrook rijden.